binnenlandbewoner

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nen·land·be·wo·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord binnenlandbewoner binnenlandbewoners
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de binnenlandbewonerm

  1. iemand die ver van de kust woont
     De VHP, waarvan de letters ooit stonden voor Verenigde Hindoestaanse Partij, is het afgelopen jaar druk binnenlandbewoners aan het mobiliseren. Partijvoorzitter Chan Santokhi, de belangrijkste tegenkandidaat van president Desi Bouterse, is delegatieleider.[1]
     Suriname loopt door het afgelasten van de Amerikaanse oefening humanitaire hulpprojecten ter waarde van 4 miljoen Amerikaanse dollar mis. In binnenlandse dorpen zouden namelijk schoollokalen en poliklinieken worden gebouwd. Tevens zou er gratis medische hulp aan binnenlandbewoners worden verstrekt.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 5 november 2021 Weblink bron
    Harmen Boerboom
    “Oppositie Suriname gaat binnenlanden in voor de indianen en boslandcreolen” (22-02-2019), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 5 november 2021 Weblink bron “Mariniers Nederland welkom in Suriname” (3 juni 2004), Reformatorisch Dagblad