bezienswaard
Uiterlijk
- be·ziens·waard
- samenstelling van bezien en waard met het invoegsel -s-
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | bezienswaard | bezienswaarder | bezienswaardst |
| verbogen | bezienswaarde | bezienswaardere | bezienswaardste |
| partitief | bezienswaards | bezienswaarders | - |
bezienswaard [1]
- het bezien waard, bezienswaardig
- Het woord 'bezienswaard' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.