beo

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beo
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beo beo's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beom

  1. (zangvogels) bepaald soort vogel, Gracula religiosa op Wikispecies uit de familie van de spreeuwachtigen, Sturnidae op Wikispecies
Vertalingen

Gangbaarheid

58 % van de Nederlanders;
43 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Angelsaksisch

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

bēo v

  1. bij
Overerving en ontlening