bemorsen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bemorsen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·mor·sen

Woordherkomst en -opbouw

• naamwoord van handeling van morsen met het voorvoegsel be-

Werkwoord

bemorsen

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
bemorsen	bemorste	bemorst
zwak -t	volledig

1. door knoeien iets vuilmaken; iets smerig maken

Synoniemen

• verontreinigen, beduimelen, bevlekken, bezoedelen, bevuilen, vuilmaken, bevlekken, zwadderen

Vertalingen

    1. door knoeien iets vuilmaken; iets smerig maken   

Engels: smear (en), blot (en), daub (en)

Gangbaarheid

• Het woord bemorsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bemorsen" herkend door:

62 %	van de Nederlanders;
58 %	van de Vlamingen.