belastingdienst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·las·ting·dienst
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van belasting en dienst
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | belastingdienst | belastingdiensten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de belastingdienst m
- (financieel) overheidsdienst die de heffing en inning van belasting voor een staat verzorgt
- U bent vanaf 2015 een kwalificerend buitenlands belastingplichtige, als u een inkomensverklaring van de belastingdienst van uw woonland kunt overleggen.[1]
Synoniemen
Vertalingen
1. overheidsdienst die de heffing en inning van belasting voor een staat verzorgt
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord belastingdienst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.