beide

Nederlands

Beide honden

Uitspraak

• Geluid:  beide    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bei·de

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘alle twee’ voor het eerst aangetroffen in 1100.
• erfwoord: Middelnederlands beide, bēde, uit Oudnederlands beithe, samengesteld uit een onzijdige dualisvorm *bai (vgl. Gotisch bai ‘beide’) en het bepaald lidwoord the, thie ‘de’ (waarvoor zie de). Evenzo samengesteld zijn Nederduits beid, Duits/Fries beide en Zweeds båda.

Hoofdtelwoord

beide

1. de een en de ander van twee, het tweetal

   • Wat een schattige foto van beide honden. Ze kijken beiden naar hetzelfde. 

   ▸ Ik duwde de deur met beide handen open en zag dat er ’s nachts een dik pak sneeuw was gevallen, waarvan een stukje geel kleurde toen ik er mijn waterfles in leegde.

Synoniemen

• allebei

Hyponiemen

• allebeide, tussenbeide

Afgeleide begrippen

• beidegaar, beiderzijds

Vertalingen

    1. alle twee   

Duits: beide (de), beides (de) Engels: both (en) Esperanto: ambaŭ (eo) Frans: à la fois (fr), tous les deux (fr) Ido: amba (io) Italiaans: entrambi (it) Latijn: ambo (la)

Oudgrieks: ἄμφω Pools: oba (pl), obydwa (pl) Russisch: оба (ru) Slowaaks: oba (sk) Spaans: ambos (es), ambas (es) Tsjechisch: oba (cs)

Gangbaarheid

• Het woord beide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beide" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Duits

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Middelhoogduitse beide

Voornaamwoord

beide

1. beide

Afgeleide begrippen

• Beide

Middelhoogduits

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Oudhoogduitse bede / beide

Hoofdtelwoord

beide

1. beide

Schrijfwijzen

• bēde

Verwante begrippen

• beideʒ

Middelnederlands

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Oudnederlandse beithe

Hoofdtelwoord

beide

1. beide

Schrijfwijzen

• bêde

Verwijzingen

• Vroegmiddelnederlands Woordenboek - Instituut voor de Nederlandse taal

Oudhoogduits

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Proto-Germaanse *bai-

Bijvoeglijk naamwoord

beide

1. beide

Schrijfwijzen

• bede