Naar inhoud springen

begunstigen

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: begünstigen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·gun·sti·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van gunst met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -ig
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
begunstigen
begunstigde
begunstigd
zwak -d volledig

Werkwoord

begunstigen

  1. overgankelijk iemand al dan niet financieel voordeel schenken
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be