balie

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
balie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·lie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘toonbank, rechtbank’ voor het eerst aangetroffen in 1290 [1]
  • [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord balie balies
verkleinwoord balietje balietjes

Zelfstandig naamwoord

balie v

  1. langgerekte bank van waarachter men klanten bedient
    • We kunnen nog wel iemand aan de balie gebruiken. 
     Bij de balie van het hotel stond een kleine roze leenfiets waarop ik tevreden richting het winkelcentrum fietste.[4]
  2. (juridisch) een beroepsvereniging van advocaten
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen