balie
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ba·lie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘toonbank, rechtbank’ voor het eerst aangetroffen in 1290 [1]
- [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | balie | balies |
verkleinwoord | balietje | balietjes |
Zelfstandig naamwoord
balie v
- langgerekte bank van waarachter men klanten bedient
- We kunnen nog wel iemand aan de balie gebruiken.
- ▸ Bij de balie van het hotel stond een kleine roze leenfiets waarop ik tevreden richting het winkelcentrum fietste.[4]
- (juridisch) een beroepsvereniging van advocaten
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. langgerekte bank van waarachter men klanten bedient
Gangbaarheid
- Het woord balie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "balie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "balie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ balie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ balie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be