bakkersknecht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bakkersknecht (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɑkərsˌknɛxt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- bak·kers·knecht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bakkersknecht | bakkersknechts bakkersknechten |
verkleinwoord | bakkersknechtje | bakkersknechtjes |
Zelfstandig naamwoord
bakkersknecht m
- (beroep) hulp in een bakkerij
- De bakkersknecht schuift de broodplank - met een gewicht van rond de tien kilo - waarop de broden hebben kunnen uitwasemen in de bakkerskar. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord bakkersknecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Otterloo, A.H. van"2 Voeding" in:Lintsen, H.W. e.a (red.)Techniek in Nederland in de twintigste eeuw. Deel 3. Landbouw, voeding. (2000) Stichting Historie der Techniek, Eindhoven / Walburg Pers, Zutphen; ISBN 9057300664; p. 236 fotobijschrift; geraadpleegd 2019-03-05
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal