Naar inhoud springen

avonturier

Uit WikiWoordenboek
Versie door MarcoSwart (overleg | bijdragen) op 17 mei 2017 om 22:28 (→‎top: prevalentie-informatie met AWB)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • avon·tu·rier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord avonturier avonturiers
verkleinwoord avonturiertje avonturiertjes

Zelfstandig naamwoord

avonturier m

  1. iemand die graag het avontuur opzoekt
    • Hij was een onstuitbare avonturier, jammer dat hij verongelukt is. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
avonturieren

avonturier

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van avonturieren
    • Ik avonturier. 
  2. gebiedende wijs van avonturieren
    • Avonturier! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van avonturieren
    • Avonturier je? 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be