atheïsme

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • athe·is·me
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘godloochening’ voor het eerst aangetroffen in 1608 [1]
  • Afgeleid van het Latijnse atheismus, dat afgeleid is van het Griekse atheos ofwel ἄθεος (letterlijk: zonder God, goddeloos),[2] met het achtervoegsel -isme
enkelvoud meervoud
naamwoord atheïsme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het atheïsmeo

  1. (religie) de overtuiging of het geloof dat goden niet bestaan
    • Volgens het atheïsme bestaan er geen goden. 
Verwante begrippen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen