goddeloos
Uiterlijk
- god·de·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | goddeloos | goddelozer | goddeloost |
verbogen | goddeloze | goddelozere | goddelooste |
partitief | goddeloos | goddelozers | - |
goddeloos
- zonder god
- Biologen hebben hun goddeloze evolutietheorie.
- Hij leed een wild en goddeloos leven.
- Het woord goddeloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "goddeloos" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be