annexatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- an·nexa·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘inlijving’ voor het eerst aangetroffen in 1870 [1]
- Naamwoord van handeling van annexeren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | annexatie | annexaties |
verkleinwoord | annexatietje | annexatietjes |
Zelfstandig naamwoord
de annexatie v
- het (met geweld) grondgebied toeëigenen
- De oorlog resulteerde in de annexatie van grote gebieden die nog nooit bij die staat hadden gehoord.
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. het verplicht of gedwongen toetreden tot een groep
Gangbaarheid
- Het woord annexatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "annexatie" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "annexatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -atie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 93 %
- Prevalentie Vlaanderen 88 %