agency

Uit WikiWoordenboek

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
agency agencies

Zelfstandig naamwoord

agency

  1. (bedrijf) agentuur, agentschap, bureau, onderneming die voor opdrachtgevers optreedt
  2. (regering) agentschap, dienst, zelfstandig functionerende instelling die een overheidstaak uitvoert
  3. (sociologie) handelingsvermogen, handelingsmacht, vermogen tot zelfstandig handelen

Gangbaarheid

100 % van de Amerikanen;
99 % van de Britten.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 30 september 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be