afwerping

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·wer·ping
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afwerping afwerpingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de afwerpingv

  1. handeling waarbij je iets omlaag of van je vandaan gooit
     De derde grafiek symboliseert de wereld in lijnen vanaf de ontwikkeling van de bom tot de afwerping op Hiroshima.[3]
     Gedurende de afwerping werd het zendapparaat beschadigd en hoewel deze agenten niet direct gearresteerd werden, konden ze nooit contact met Londen krijgen.[4]
  2. bevrijding van een last
     Het is inmiddels ver na kinderbedtijd. Buiten het café, op het Martelaarsplein, wacht Vrouwe Vrijheid, met aan haar voet de Belgische leeuw met de verbroken kettingen van de slavernij in zijn klauwen. Het is het monument ter ere van de afwerping van het Nederlandse juk in 1830. Reden waarom de jonge Barnard ook op 21 juli vrij is van school.[5]
     Opnieuw zorgde een oorlog voor herschikking van de macht in de wereld. In Europa kon de Sovjet-Unie de meeste landen in Midden- en Oost-Europa binnen haar imperium trekken, buiten Europa leidde de oorlog indirect tot de stichting van talloze nieuwe staten. Met naties of nationale zelfbeschiking, zoals de naam Verenigde Naties suggereerde, had het allemaal niets te maken. Het ging om afwerping van een vreemde macht.[6]
     … ten tweede, dat wij vanwege de Goddelijke roeping tot herstel der gebroken gemeenschap thans moeten komen tot afwerping van dit juk, dat is, tot de weigering om hetzij met het woord, hetzij met de daad, hare besluiten voor vast en bondig te houden; …[7]
  3. (taalkunde) weglating van een begin- of slotklank
     Parallel met voornoemde voorvoeging (prothesis) komt de afwerping (afaeresis) vaak voor. Eén sterk geval: egers voor negers, jongenstaal, Sint-Lodewijkscollege, Brugge, 1966.[8]
Hyperoniemen
Hyponiemen
Typische woordcombinaties
  • [2] afwerping van het juk

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[9]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2022 Weblink bron
    Mirjam Remie
    “Mag je dood en verderf mooi grafisch verbeelden?” (8 augustus 2015) op nrc.nl op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2022 Weblink bron
    Graaf, K. de
    “Fictie en werkelijkheid : Carnaval der desperado's en zijn achtergronden” (1949), De Bezige Bij, Amsterdam, p. 33/34
  5. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2022 Weblink bron
    Mark Wallet
    “Geert van Istendael schreef een geschiedenis van België voor kinderen (en hun ouders)” (21 maart 2013) op rd.nl op Wikipedia
  6. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2022 Weblink bron
    Henri Beunders
    “Nieuwe "supra-nationale' beweging is niet waarschijnlijk : Nationalisme lijkt meer dan het is” (7 augustus 1991) op nrc.nl op Wikipedia
  7. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2022 Weblink bron
    K. Schilder
    Acte van Vrijmaking of Wederkeer (11 augustus 1944) in:
    K. Schilder (ed. W.G. de Vries)
    Verzamelde werken 1942-1944. (1998), Uitgeverij De Vuurbaak, Barneveld, ISBN 9055600334, p. 528
  8. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2022 Weblink bron
    Karel de Busschere
    Taalaantekeningen in: Biekorf., jrg. 67 nr. 11 (november 1966), E. Vercruysse en Zoon, St.-Andries, p. 366
  9. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be