elisie
Uiterlijk
- eli·sie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘wegvallen van letter’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1]
- van Frans elision[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elisie | elisies |
verkleinwoord | - | - |
de elisie v
- (dichtkunst) weglating van een klinker of lettergreep uit een woord vanwege het metrum (tot in de 19e eeuw vaak aangegeven met een apostrof)
- (taalkunde) weglating van een klank uit een woord in het spraakgebruik, soms leidend tot weglating van de betreffende letters uit de schrijfwijze
- afaeresis of procope (aan het begin van een woord)
- apocope (aan het eind van een woord)
- syncope (ergens midden in het woord)
- synalefa (versmelting van het eind van een woord met het begin van het volgende)
- Het woord elisie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "elisie" herkend door:
30 % | van de Nederlanders; |
21 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "elisie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ elisie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Dichtkunst in het Nederlands
- Taalkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 30 %
- Prevalentie Vlaanderen 21 %