ademtocht
Uiterlijk
- adem·tocht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ademtocht | ademtochten |
verkleinwoord | ademtochtje | ademtochtjes |
de ademtocht m
- één cyclus van in- en uitademing
- snik, ademhaling, adem, zucht
- de laatste ademtocht uitblazen
- Hij is er niet meer, Henk Hofland. Tot aan zijn laatste ademtocht een journalist. We kunnen hem alleen eren door tegels te blijven lichten.[4]
- Alles wat de rechts-populistische Duitse partij AfD zegt brachten de nazi's ook al te berde. Dat vindt de Duitse vicekanselier Sigmar Gabriel. "Alles wat ze zeggen heb ik al eens gehoord - in ieder geval van mijn eigen vader, die tot zijn laatste ademtocht een nazi was", zei Gabriel in de Berliner Morgenpost van zondag.[5]
1.
- Het woord ademtocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ademtocht" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf SASKIA BELLEMAN 19 feb. 2018
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ de Telegraaf 21 juni 2016
- ↑ de Telegraaf 12 juni 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be