achterzak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ach·ter·zak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van achter en zak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achterzak | achterzakken |
verkleinwoord | achterzakje | achterzakjes |
Zelfstandig naamwoord
de achterzak m
- een zak aan de achterkant van een kledingstuk
- Er zat een gat in de achterzak.
Vertalingen
1. een zak aan de achterkant van een kledingstuk
Gangbaarheid
- Het woord achterzak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "achterzak" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be