abo

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • abo
Woordherkomst en -opbouw
  • afkorting van abonnement
enkelvoud meervoud
naamwoord abo abo's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het aboo

  1. (spreektaal) verkorting van abonnement

Gangbaarheid

Meer informatie


Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

abo m

  1. (spreektaal) abonnement [1]

Verwijzingen


Tsjechisch

Zelfstandig naamwoord

abo

  1. vocatief enkelvoud van aba


Xhosa

Bezittelijk voornaamwoord

abo

  1. vorm van -bo, verwijzend naar een woord van klasse 14 in bezit van een woord van klasse 6: zijn, haar, ervan

abo

  1. vorm van -bo, verwijzend naar een woord van klasse 2 in bezit van een woord van klasse 6: hun, ervan