Naar inhoud springen

aansprakelijk

Uit WikiWoordenboek
  • aan·spra·ke·lijk
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen aansprakelijk aansprakelijker aansprakelijkst
verbogen aansprakelijke aansprakelijkere aansprakelijkste
partitief aansprakelijks aansprakelijkers -

aansprakelijk

  1. verantwoordelijk, om vergoeding of betaling aangesproken kunnen worden
    • De eerste stap zet u altijd door deze persoon schriftelijk aansprakelijk te stellen voor de toegebrachte schade. 
    • Nederland stelt Rusland aansprakelijk voor neerhalen MH17 [2] 
     ' 'Tegen wie of wat, meneer Rosentreter?' 'Tegen de beschuldigingen van de officier van justitie en de onredelijke eis van het gerecht om u aansprakelijk te maken voor een bijzonder moeilijke periode in uw leven.[3]
  • iemand voor iets aansprakelijk stellen
vinden dat iemand ergens verantwoordelijk voor is
•  Tussen neus en lippen door zouden wij dan een document te tekenen krijgen waarin stond dat wij GoSunny en toi op geen enkele manier aansprakelijk stelden voor de dood van onze kinderen. [4] 
 Geef me dan maar raad, Rosentreter: bestaat er een mogelijkheid om u daarvoor aansprakelijk te stellen?' 'Natuurlijk is er die.[3]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]
  1. aansprakelijk op website: Etymologiebank.nl
  2. www.nu.nl
  3. 3,0 3,1 “Corps delcti” (2009), Ambo/Anthos uitgevers op Wikipedia, ISBN 9789041417480
  4. Suzanne Vermeer: All-inclusive 2008
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be