aansprakelijkers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aansprakelijkers (hulp, bestand)
- IPA: / anˈsprakələkərs / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·spra·ke·lij·kers
Bijvoeglijk naamwoord
aansprakelijkers
- partitief van de vergrotende trap van aansprakelijk
- Dat is iets aansprakelijkers...
Gangbaarheid
- Het woord 'aansprakelijkers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.