aanbouwsel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanbouwsel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈambɑuwsəl / (3 lettergrepen)
- IPA: /ˈambʌʊsəɫ/
Woordafbreking
- aan·bouw·sel
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aanbouwen met het achtervoegsel -sel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanbouwsel | aanbouwsels |
verkleinwoord | aanbouwseltje | aanbouwseltjes |
Zelfstandig naamwoord
aanbouwsel o
- (bouwkunde) het aangebouwde
- De garage naast hun huis is een vreemd aanbouwsel.
Synoniemen
Vertalingen
1. het aangebouwde
Gangbaarheid
- Het woord 'aanbouwsel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -sel in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal