Swainsons baardkoekoek
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- Swain·sons baard·koe·koek
Woordherkomst en -opbouw
- eponiem, vaste verbinding van de bezitsvorm van Swainson (William Swainson, entomoloog, natuuronderzoeker, ornitholoog, (1789-1855)) en baardkoekoek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Swainsons baardkoekoek | Swainsons baardkoekoeken |
verkleinwoord | Swainsons baardkoekoekje | Swainsons baardkoekoekjes |
Zelfstandig naamwoord
de Swainsons baardkoekoek m
- (spechtvogels) Notharchus swainsoni een vogel uit de familie Bucconidae (baardkoekoeken). Deze soort komt voor in zuidoostelijk Brazilië, noordoostelijk Paraguay en noordoostelijk Argentinië
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'Swainsons baardkoekoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.