Reef

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Reef
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Reef der Reef Reefe die Reefe
datief me Reef em Reef Reefe de Reefe
accusatief en Reef der Reef Reefe die Reefe

Zelfstandig naamwoord

Reef, m

  1. hoepel
    «Die Reefschlang daet ihr Schwanz in ihr Maul neischtecke un dann daet sich darrich der Busch in die Form vun en Reef rolle.»
    De hoepelslang steekt zijn staart in zijn bek en rolt dan in de vorm van een hoepel door de bos.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Opmerkingen