Pluto

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Plu·to
Woordherkomst en -opbouw

Eigennaam

Pluto

  1. Romeinse god van de onderwereld en de rijkdom
  2. (astronomie) hemellichaam, in 1930 ontdekt en tot 24 augustus 2006 beschouwd als de negende en laatste planeet van het zonnestelsel, sindsdien geclassificeerd als dwergplaneet
Het zonnestelsel in het Nederlands

ZonMercuriusVenusAardeMarsJupiterSaturnusUranusNeptunus
PlutoErisMakemakeHaumeaCeres
MaanDeimosPhobosEuropaIoCallistoGanymedesTitanTitaniaOberonTriton

Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen


Engels

Eigennaam

Pluto

  1. Pluto