Parschingbungert

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Par·sching·bun·gert
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Parschingbungert der Parschingbungert Parschingbungert
Parschingbingert
die Parschingbungert
die Parschingbingert
datief me Parschingbungert em Parschingbungert Parschingbungert
Parschingbingert
de Parschingbungert
de Parschingbingert
accusatief en Parschingbungert der Parschingbungert Parschingbungert
Parschingbingert
die Parschingbungert
die Parschingbingert

Zelfstandig naamwoord

Parschingbungert, m

  1. (tuinbouw) perzikbongerd, perzikboomgaard, perzikplantage
Schrijfwijzen
Opmerkingen

Zelfstandig naamwoord

Parschingbungert

  1. mannelijk meervoud van Parschingbungert
Schrijfwijzen