Maogriep
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Mao·griep
Woordherkomst en -opbouw
- eponiem, leenvertaling van Engels Mao flu, samenstelling van Mao en "de 20e-eeuwse Chinese politicus Mao Tse-toeng " en griep zn "virusziekte" , omdat de ziekte in China uitbrak tijdens de door Mao geïnitieerde Culturele Revolutie die in Westerse berichtgeving snel met negatieve ontwikkelingen in verband werd gebracht, als Nederlandse benaming aangetroffen vanaf 1968 (zie vindplaats hieronder); aaneengeschreven volgens spellingregel 6.A en met een hoofdletter volgens spellingregel 16.L onder (2)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Maogriep | |
verkleinwoord | Maogriepje | Maogriepjes |
Eigennaam
- (medisch) benaming voor de griepgolf die in 1968 ontstond in China en Hongkong
- ▸ In 1957 en 1958 eiste de zogenaamde Aziatische griep minstens 1,000.000 doden wereldwijd (sommige bronnen spreken van 2,000.000), en tien jaar later deed de zogenaamde Hongkonggriep of Maogriep dat nog eens dunnetjes over, met naar schatting 700.000 tot 1,000.000 doden.[1]
- ▸ Het nieuwe jaar is, behalve met de gebruikelijke stroom van nieuwjaarsredevoeringen, ook begonnen met A-griep. Aziatische griep, betekent dat, maar we hebben ze gekregen van Amerika, Denemarken en Engeland. Ade-griep dus en geen Mao-griep.[2]
Schrijfwijzen
- Mao-griep (volgens officiële schrijfwijze tot 2006)
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'Maogriep' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Bert De Munck“‘Covid-19 als breukmoment? Hoe de pandemie in de geschiedenisboeken terecht kan komen’” (6 juni 2020) op knack.be
- ↑ Weblink bron PassantTe pas en te onpas in: De nieuwe Limburger, jrg. 124 nr. 4 (5 januari 1968), NV Uitgeversmij Neerlandia, Maastricht, p. 9 kol. 5
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Eponiem in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Eigennaam in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal