Gibraltarees
Uiterlijk
- Geluid: Gibraltarees (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɣibrɑltaˈres / (4 lettergrepen)
- Gi·bral·ta·rees
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Gibraltarees | Gibraltarezen |
verkleinwoord |
de Gibraltarees m
- (demoniem) een inwoner van Gibraltar, of iemand afkomstig uit Gibraltar
Demoniemen bij Gibraltar in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Gibraltarees • inwoonster: Gibraltarese • bijvoeglijk: Gibraltarees |
1.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Gibraltarees | Gibraltareser | Gibraltareest |
verbogen | Gibraltarese | Gibraltaresere | Gibraltareeste |
partitief | Gibraltarees | Gibraltaresers | - |
Gibraltarees
- (demoniem) op Gibraltar betrekking hebbend
1.
- Het woord Gibraltarees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ees in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Demoniem in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal