Feber
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Duits
Uitspraak
- Geluid: Feber (Oostenrijk) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈfeː.bɐ/
Woordafbreking
- Fe·ber
Woordherkomst en -opbouw
- Verkorting van Februar.
Zelfstandig naamwoord
Feber m
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | der Feber | die Feber |
genitief | des Febers | der Feber |
datief | dem Feber | den Febern |
accusatief | den Feber | die Feber |
Opmerkingen
- Dit woord is geen officieel Duits. Het is wel gangbaar in Oostenrijk, Zwaben en de Palts.