Erbse
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Duits
Uitspraak
- IPA: /ˈɛʁpsə/
Woordafbreking
- Erb·se
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | die Erbse | die Erbsen |
genitief | der Erbse | der Erbsen |
datief | der Erbse | den Erbsen |
accusatief | die Erbse | die Erbsen |
Zelfstandig naamwoord
Erbse, v
- erwt
- «Heute gibt's Erbsen und Karotten.»
- Vandaag eten we erwten en wortels.
- «Heute gibt's Erbsen und Karotten.»
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- Erb·se
Zelfstandig naamwoord
Erbse
- vrouwelijk meervoud van Erbs
Opmerkingen
Categorieën:
- Woorden in het Duits
- Woorden in het Duits van lengte 5
- Woorden in het Duits met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits van lengte 5
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met audioweergave
- Zelfstandig-naamwoordsvorm in het Pennsylvania-Duits