Bindel
Uiterlijk
- Bin·del
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Bindel | der Bindel | Bindel | die Bindel |
datief | me Bindel | em Bindel | Bindel | de Bindel |
accusatief | en Bindel | der Bindel | Bindel | die Bindel |
Bindel, m
-
En Bindel Zweige
Een bundel takjes
Bindel
- mannelijk meervoud van Bindel
Categorieën:
- Woorden in het Pennsylvania-Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits van lengte 6
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met audioweergave
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met IPA-weergave
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Duits
- Zelfstandig naamwoord in het Pennsylvania-Duits
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Pennsylvania-Duits