Angreiferin

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
  • IPA: /ˈanɡʀaɪ̯fəʁɪn/
Woordafbreking
  • An·grei·fe·rin
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

Angreiferin v

  1. aanvalster
    «Trotzdem ist sie die effektivste Angreiferin im deutschen Team, sie kann "den Unterschied ausmachen" (Neid).[1]»
    Toch is zij de meeste effectieve aanvalster in het Duitse team, zij kan "het verschil maken" (Neid).
Verbuiging
Verwante begrippen
Antoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen

Verwijzingen