waaieren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van waaieren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		waaieren			te waaieren
	toekomend		zullen waaieren			te zullen waaieren
voltooid	tegenwoordig		hebben gewaaierd			te hebben gewaaierd
	toekomend		gewaaierd zullen hebben			gewaaierd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	waaierend		gewaaierd			ev. waaier	mv. verouderd waaiert	waaiere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	waaier	waaiert	waaiert	waaiert	waaiert	waaieren	waaieren	waaieren
verleden (o.v.t.)	waaierde	waaierde	waaierde	waaierde	waaierde	waaierden	waaierden	waaierden
toekomend (o.t.t.t.)	zal waaieren	zult/zal waaieren	zult/zal waaieren	zult waaieren	zal waaieren	zullen waaieren	zullen waaieren	zullen waaieren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou waaieren	zou waaieren	zou(dt) waaieren	zoudt waaieren	zou waaieren	zouden waaieren	zouden waaieren	zouden waaieren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gewaaierd	hebt gewaaierd	hebt/heeft gewaaierd	hebt gewaaierd	heeft gewaaierd	hebben gewaaierd	hebben gewaaierd	hebben gewaaierd
verleden (v.v.t.)	had gewaaierd	had gewaaierd	had gewaaierd	hadt gewaaierd	had gewaaierd	hadden gewaaierd	hadden gewaaierd	hadden gewaaierd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gewaaierd hebben	zal/zult gewaaierd hebben	zult/zal gewaaierd hebben	zult gewaaierd hebben	zal gewaaierd hebben	zullen gewaaierd hebben	zullen gewaaierd hebben	zullen gewaaierd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gewaaierd hebben	zou gewaaierd hebben	zou/zoudt gewaaierd hebben	zoudt gewaaierd hebben	zou gewaaierd hebben	zouden gewaaierd hebben	zouden gewaaierd hebben	zouden gewaaierd hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gewaaierd worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt gewaaierd				er is gewaaierd
verleden	er werd gewaaierd				er was gewaaierd
toekomend	er zal gewaaierd worden				er zal gewaaierd zijn
voorwaardelijk	er zou gewaaierd worden				er zou gewaaierd zijn