vale

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • va·le

Bijvoeglijk naamwoord

vale

  1. verbogen vorm van de stellende trap van vaal

Gangbaarheid

60 % van de Nederlanders;
54 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
vale vales

Zelfstandig naamwoord

vale

  1. vallei, dal


Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • va·le
enkelvoud meervoud
vale vales

Zelfstandig naamwoord

vale m

  1. bon, waardebon, coupon
  2. (Latijns-Amerika) makker, vriend
Synoniemen

Tussenwerpsel

vale

  1. oké, goed, ja, prima
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
valer

vale

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van valer
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van valer
vervoeging van
valerse

vale

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van valerse


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • va·le

Zelfstandig naamwoord

vale

  1. vocatief enkelvoud van val
  2. locatief enkelvoud van val
Synoniemen
  1. valu


Turks

Zelfstandig naamwoord

vale

  1. boer (kaartspel)