tatoeëren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van tatoeëren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		tatoeëren			te tatoeëren
	toekomend		zullen tatoeëren			te zullen tatoeëren
voltooid	tegenwoordig		hebben getatoeëerd			te hebben getatoeëerd
	toekomend		getatoeëerd zullen hebben			getatoeëerd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	tatoeërend		getatoeëerd			ev. tatoeëer	mv. verouderd tatoeëert	tatoeëre
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	tatoeëer	tatoeëert	tatoeëert	tatoeëert	tatoeëert	tatoeëren	tatoeëren	tatoeëren
verleden (o.v.t.)	tatoeëerde	tatoeëerde	tatoeëerde	tatoeëerde	tatoeëerde	tatoeëerden	tatoeëerden	tatoeëerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal tatoeëren	zult/zal tatoeëren	zult/zal tatoeëren	zult tatoeëren	zal tatoeëren	zullen tatoeëren	zullen tatoeëren	zullen tatoeëren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou tatoeëren	zou tatoeëren	zou(dt) tatoeëren	zoudt tatoeëren	zou tatoeëren	zouden tatoeëren	zouden tatoeëren	zouden tatoeëren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb getatoeëerd	hebt getatoeëerd	hebt/heeft getatoeëerd	hebt getatoeëerd	heeft getatoeëerd	hebben getatoeëerd	hebben getatoeëerd	hebben getatoeëerd
verleden (v.v.t.)	had getatoeëerd	had getatoeëerd	had getatoeëerd	hadt getatoeëerd	had getatoeëerd	hadden getatoeëerd	hadden getatoeëerd	hadden getatoeëerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal getatoeëerd hebben	zal/zult getatoeëerd hebben	zult/zal getatoeëerd hebben	zult getatoeëerd hebben	zal getatoeëerd hebben	zullen getatoeëerd hebben	zullen getatoeëerd hebben	zullen getatoeëerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou getatoeëerd hebben	zou getatoeëerd hebben	zou/zoudt getatoeëerd hebben	zoudt getatoeëerd hebben	zou getatoeëerd hebben	zouden getatoeëerd hebben	zouden getatoeëerd hebben	zouden getatoeëerd hebben
onpersoonlijke lijdende vorm getatoeëerd worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt getatoeëerd				er is getatoeëerd
verleden	er werd getatoeëerd				er was getatoeëerd
toekomend	er zal getatoeëerd worden				er zal getatoeëerd zijn
voorwaardelijk	er zou getatoeëerd worden				er zou getatoeëerd zijn
lijdende vorm getatoeëerd worden
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		getatoeëerd worden			getatoeëerd te worden
	toekomend		getatoeëerd zullen worden			getatoeëerd te zullen worden
voltooid	tegenwoordig		getatoeëerd zijn			getatoeëerd te zijn
	toekomend		getatoeëerd zullen zijn			getatoeëerd te zullen zijn
	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (o.t.t.)	word getatoeëerd	wordt getatoeëerd	wordt getatoeëerd	wordt getatoeëerd	wordt getatoeëerd	worden getatoeëerd	worden getatoeëerd	worden getatoeëerd
verleden (o.v.t.)	werd getatoeëerd	werd getatoeëerd	werd getatoeëerd	werdt getatoeëerd	werd getatoeëerd	werden getatoeëerd	werden getatoeëerd	werden getatoeëerd
toekomend (o.t.t.t.)	zal getatoeëerd worden	zult getatoeëerd worden	zult getatoeëerd worden	zult getatoeëerd worden	zal getatoeëerd worden	zullen getatoeëerd worden	zullen getatoeëerd worden	zullen getatoeëerd worden
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou getatoeëerd worden	zou getatoeëerd worden	zou/zoudt getatoeëerd worden	zoudt getatoeëerd worden	zou getatoeëerd worden	zouden getatoeëerd worden	zouden getatoeëerd worden	zouden getatoeëerd worden
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	ben getatoeëerd	bent getatoeëerd	bent/is getatoeëerd	zijt getatoeëerd	is getatoeëerd	zijn getatoeëerd	zijn getatoeëerd	zijn getatoeëerd
verleden (v.v.t.)	was getatoeëerd	was getatoeëerd	was getatoeëerd	waart getatoeëerd	was getatoeëerd	waren getatoeëerd	waren getatoeëerd	waren getatoeëerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal getatoeëerd zijn	zult getatoeëerd zijn	zult getatoeëerd zijn	zult getatoeëerd zijn	zal getatoeëerd zijn	zullen getatoeëerd zijn	zullen getatoeëerd zijn	zullen getatoeëerd zijn
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou getatoeëerd zijn	zou getatoeëerd zijn	zou/zoudt getatoeëerd zijn	zoudt getatoeëerd zijn	zou getatoeëerd zijn	zouden getatoeëerd zijn	zouden getatoeëerd zijn	zouden getatoeëerd zijn