lán

Slowaaks

Uitspraak

• IPA: /laːn/

Woordafbreking

• lán

Zelfstandig naamwoord

lán m

1. grote akker
2. (eenheid)(verouderd) een oppervlakte-eenheid

Typische woordcombinaties

• pohánkové lány mmv

Zelfstandig naamwoord

lán

1. genitief meervoud van láno

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /laːn/
• Geluid:  lán    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• lán

Zelfstandig naamwoord

lán monbezield

1. grote akker
2. (eenheid)(verouderd) een oppervlakte-eenheid tussen 7,6597 en 27,9452 hectare
3. (eenheid)(verouderd) een lengte-eenheid

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	lán	lány
genitief	lánu	lánů
datief	lánu	lánům
accusatief	lán	lány
vocatief	láne	lány
locatief	lánu / láně	lánech
instrumentalis	lánem	lány

Afgeleide begrippen

• čtvrtlán monbezield
• lánek monbezield
• láník monbezield
• lánový
• půllán monbezield

Verwante begrippen

• léno o

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav projazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav projazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav projazyk český AV ČR (Tsjechisch)

Werkwoord

lán

1. mannelijk enkelvoud passief deelwoord van het imperfectieve werkwoord lát