abandonneren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van abandonneren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		abandonneren			te abandonneren
	toekomend		zullen abandonneren			te zullen abandonneren
voltooid	tegenwoordig		hebben geabandonneerd			te hebben geabandonneerd
	toekomend		geabandonneerd zullen hebben			geabandonneerd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	abandonnerend		geabandonneerd			ev. abandonneer	mv. verouderd abandonneert	abandonnere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	abandonneer	abandonneert	abandonneert	abandonneert	abandonneert	abandonneren	abandonneren	abandonneren
verleden (o.v.t.)	abandonneerde	abandonneerde	abandonneerde	abandonneerde	abandonneerde	abandonneerden	abandonneerden	abandonneerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal abandonneren	zult/zal abandonneren	zult/zal abandonneren	zult abandonneren	zal abandonneren	zullen abandonneren	zullen abandonneren	zullen abandonneren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou abandonneren	zou abandonneren	zou(dt) abandonneren	zoudt abandonneren	zou abandonneren	zouden abandonneren	zouden abandonneren	zouden abandonneren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb geabandonneerd	hebt geabandonneerd	hebt/heeft geabandonneerd	hebt geabandonneerd	heeft geabandonneerd	hebben geabandonneerd	hebben geabandonneerd	hebben geabandonneerd
verleden (v.v.t.)	had geabandonneerd	had geabandonneerd	had geabandonneerd	hadt geabandonneerd	had geabandonneerd	hadden geabandonneerd	hadden geabandonneerd	hadden geabandonneerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal geabandonneerd hebben	zal/zult geabandonneerd hebben	zult/zal geabandonneerd hebben	zult geabandonneerd hebben	zal geabandonneerd hebben	zullen geabandonneerd hebben	zullen geabandonneerd hebben	zullen geabandonneerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou geabandonneerd hebben	zou geabandonneerd hebben	zou/zoudt geabandonneerd hebben	zoudt geabandonneerd hebben	zou geabandonneerd hebben	zouden geabandonneerd hebben	zouden geabandonneerd hebben	zouden geabandonneerd hebben
onpersoonlijke lijdende vorm geabandonneerd worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt geabandonneerd				er is geabandonneerd
verleden	er werd geabandonneerd				er was geabandonneerd
toekomend	er zal geabandonneerd worden				er zal geabandonneerd zijn
voorwaardelijk	er zou geabandonneerd worden				er zou geabandonneerd zijn
lijdende vorm geabandonneerd worden
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		geabandonneerd worden			geabandonneerd te worden
	toekomend		geabandonneerd zullen worden			geabandonneerd te zullen worden
voltooid	tegenwoordig		geabandonneerd zijn			geabandonneerd te zijn
	toekomend		geabandonneerd zullen zijn			geabandonneerd te zullen zijn
	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (o.t.t.)	word geabandonneerd	wordt geabandonneerd	wordt geabandonneerd	wordt geabandonneerd	wordt geabandonneerd	worden geabandonneerd	worden geabandonneerd	worden geabandonneerd
verleden (o.v.t.)	werd geabandonneerd	werd geabandonneerd	werd geabandonneerd	werdt geabandonneerd	werd geabandonneerd	werden geabandonneerd	werden geabandonneerd	werden geabandonneerd
toekomend (o.t.t.t.)	zal geabandonneerd worden	zult geabandonneerd worden	zult geabandonneerd worden	zult geabandonneerd worden	zal geabandonneerd worden	zullen geabandonneerd worden	zullen geabandonneerd worden	zullen geabandonneerd worden
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou geabandonneerd worden	zou geabandonneerd worden	zou/zoudt geabandonneerd worden	zoudt geabandonneerd worden	zou geabandonneerd worden	zouden geabandonneerd worden	zouden geabandonneerd worden	zouden geabandonneerd worden
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	ben geabandonneerd	bent geabandonneerd	bent/is geabandonneerd	zijt geabandonneerd	is geabandonneerd	zijn geabandonneerd	zijn geabandonneerd	zijn geabandonneerd
verleden (v.v.t.)	was geabandonneerd	was geabandonneerd	was geabandonneerd	waart geabandonneerd	was geabandonneerd	waren geabandonneerd	waren geabandonneerd	waren geabandonneerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal geabandonneerd zijn	zult geabandonneerd zijn	zult geabandonneerd zijn	zult geabandonneerd zijn	zal geabandonneerd zijn	zullen geabandonneerd zijn	zullen geabandonneerd zijn	zullen geabandonneerd zijn
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou geabandonneerd zijn	zou geabandonneerd zijn	zou/zoudt geabandonneerd zijn	zoudt geabandonneerd zijn	zou geabandonneerd zijn	zouden geabandonneerd zijn	zouden geabandonneerd zijn	zouden geabandonneerd zijn