abandonneerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aban·don·neer·de

Werkwoord

vervoeging van
abandonneren

abandonneerde

  1. enkelvoud verleden tijd van abandonneren
    • Ik abandonneerde. 
    • Jij abandonneerde. 
    • Hij, zij, het abandonneerde.