Schtrupphut

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Schtrupp·hut
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Schtrupphut der Schtrupphut Schtrupphiet die Schtrupphiet
datief me Schtrupphut em Schtrupphut Schtrupphiet de Schtrupphiet
accusatief en Schtrupphut der Schtrupphut Schtrupphiet die Schtrupphiet

Zelfstandig naamwoord

Schtrupphut, m

  1. (historisch), (kleding) huif, kap (een hoofddeksel van de 18e eeuw voor dames)
  2. (historisch), (kleding), muts, een vrouwenmuts met een brede rand die het gezicht omlijst en meestal een ruche aan de achterkant heeft om de nek tegen de zon te beschermen
Synoniemen
Opmerkingen

Meer informatie