-ling

Nederlands

Huidig bestand
122

Uitspraak

• IPA: /lɪŋ/

Woordafbreking

• -ling

Woordherkomst en -opbouw

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	-ling	-lingen
verkleinwoord	-lingetje	-lingetjes

Achtervoegsel

-ling m maakt een zelfstandig naamwoord dat een mannelijke persoon aanduidt:

1. die aan een plaats gebonden is
2. een eigenschap heeft zoals aangeduid door de stam waaraan het achtervoegsel gehecht wordt
3. iemand die het genoemde heeft of ertoe gezind is
4. iemand die de genoemde handeling verricht of ondergaat

-ling m

1. ter aanduiding van de hoeveelheid kinderen of jonge dieren die uit één zwangerschap geboren zijn b.v. tweeling, meerling etc.

Afgeleide begrippen

• -lings - bijwoorden
• -linge v

Afgeleide begrippen

    enige woorden met dit voorvoegsel die nog moeten worden aangebracht

aangroeieling aanhangeling aannemeling aanritseling aardeling aardling aarling achteling achterling afhangeling afkomeling afschaveling afwijkeling anderling arling artistiekeling beroerdeling beroerling bestedeling bezetteling biechteling bitterling bokkeling burchtling chiqueling conservatieveling creatieveling doorkoppeling dopeling draailing duimeling duisterling dumpling eeuweling ellerling energiekeling enterling enthousiasteling etterling excentriekeling feesteling gehuchteling geveling griepeling groenling grondeling gunsteling halveling hokkeling hoofdeling hoofdling hoofdstedeling houweling huikeling inwijdeling jaarling kamerling kammeling kifteling klieveling kloeteling korteling kranseling kruieling kruiseling kruisling lammeling loteling muiteling negatieveling onderblijveling onderkomeling oorling opkomeling oprapeling oproerling opvoedeling ordeling pandeling peperling perverseling pisseling politiekeling poteling progressieveling puikeling rijveling rijzeling scheepbreukeling schierling schijveling schotteling schuddeling slapeling slimmeling smekeling spadeling spanling spierling sprieteling stekeling stekkeling sterling stoerling strepeling strippeling stromeling stuiveling takkeling tienling toetseling verbanneling verdoemeling verdommeling vermengeling verrekkeling verstoteling vervloekeling vingerling vloteling voedsterling voeteling vormeling vredeling vroegeling wekeling wellusteling wereldling weveling wijdeling wildling winterling witteling zilverling zuurling