zweert samen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zweert samen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzwert ˈsamə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- zweert sa·men
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
samenzweren |
zweert (…) samen
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenzweren
- Jij zweert samen.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenzweren
- Hij zweert samen.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van samenzweren
- Zweert samen!
Gangbaarheid
- Het woord zweert samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.