zuidelijke boommiereneter
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- zui·de·lij·ke boom·mie·ren·eter
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van zuidelijke en boommiereneter
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | zuidelijke boommiereneter | zuidelijke boommiereneters |
| verkleinwoord | zuidelijk boommierenetertje | zuidelijke boommierenetertjes |
Zelfstandig naamwoord
de zuidelijke boommiereneter m
- (miereneters) Tamandua tetradactyla
een miereneter uit het geslacht der boommiereneters (Tamandua). De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1758 als Myrmecophaga tetradactyla gepubliceerd door Carl Linnaeus. Deze soort leeft in het grootste deel van Zuid-Amerika. Een tweede soort, de noordelijke boommiereneter (Tamandua mexicana) leeft in Midden-Amerika en het noorden van Zuid-Amerika
Synoniemen
Hyperoniemen
- boommiereneters, echte miereneters, miereneters, luiaards en miereneters, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'zuidelijke boommiereneter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.