boommiereneters
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- boom·mie·ren·eters
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boom zn en miereneters zn
- boommiereneter zn met de uitgang -s
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boommiereneters | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de boommiereneters mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord boommiereneter
- meervoudsvorm als officiële benaming (miereneters) Tamandua zoogdieren uit de familie miereneters (Myrmecophagidae). Er bestaan twee soorten boommiereneters, die voorkomen in de bossen van Latijns-Amerika
Hyperoniemen
- [2] echte miereneters, miereneters, luiaards en miereneters, placentadieren, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Gangbaarheid
- Het woord 'boommiereneters' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 15
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Miereneters in het Nederlands
- Zoogdieren in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal