zie vooruit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zie vooruit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzi vorˈœyt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- zie voor·uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vooruitzien |
zie (…) vooruit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitzien
- Ik zie vooruit.
- gebiedende wijs van vooruitzien
- Zie vooruit!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitzien
- Zie je vooruit?
Gangbaarheid
- Het woord zie vooruit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.