zandskinken

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

apothekersskink (Scincus scincus)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • zand·skin·ken
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zandskinken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zandskinkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zandskink
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (reptielen) een geslacht Scincus op Wikispecies van hagedissen uit de familie skinken (Scincidae op Wikispecies)
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Verwante begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie