wikkeling

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  wikkeling    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• wik·ke·ling

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van wikkelen met het achtervoegsel -ing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	wikkeling	wikkelingen
verkleinwoord	wikkelingetje	wikkelingetjes

Zelfstandig naamwoord

de wikkeling v

1. elk van de slagen waarmee men wikkelt of iets gewikkeld is

Hyponiemen

• ankerwikkeling, demperwikkeling, draadwikkeling, fasewikkeling, golfwikkeling, veldwikkeling

Verwante begrippen

• spoel, inductie

Vertalingen

    1.   

Engels: coil (en)

Pools: uzwojenie (pl) o

Gangbaarheid

• Het woord wikkeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wikkeling" herkend door:

84 %	van de Nederlanders;
85 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.