werktuigkundige
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- werk·tuig·kun·di·ge
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van werktuigkundig met het achtervoegsel -e
Bijvoeglijk naamwoord
werktuigkundige
- verbogen vorm van de stellende trap van werktuigkundig
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werktuigkundige | werktuigkundigen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (beroep) iemand met verstand van werktuigkundige constructies en machines
Verwante begrippen
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord werktuigkundige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.