mecanicien
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: mecanicien (hulp, bestand)
Woordafbreking
- me·ca·ni·cien
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘werktuigkundige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1895 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mecanicien | mecaniciens |
verkleinwoord | mecanicientje | mecanicientjes |
Zelfstandig naamwoord
mecanicien m
- werktuigkundige
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord mecanicien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "mecanicien" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |