waterfiets

Uit WikiWoordenboek
De Linge op Wikipedia (nl) afvaren op een waterfiets.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·fiets
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waterfiets waterfietsen
verkleinwoord waterfietsje waterfietsjes

Zelfstandig naamwoord

de waterfietsv / m

  1. (scheepvaart) een vaartuig met een aandrijving zoals op fietsen waarmee men zich over het water kan voortbewegen door middel van het trappen op pedalen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
waterfietsen

waterfiets

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waterfietsen
    • Ik waterfiets. 
  2. gebiedende wijs van waterfietsen
    • Waterfiets! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waterfietsen
    • Waterfiets je? 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be