waterfietsen
Uiterlijk
- wa·ter·fiet·sen
- samenstelling van water en fietsen
- afgeleid van waterfiets met het achtervoegsel -en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
waterfietsen |
waterfietste |
gewaterfietst |
zwak -t | volledig |
waterfietsen [1]
- onovergankelijk (sport) zich op een waterfiets voortbewegen
de waterfietsen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord waterfiets
- Het woord waterfietsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal